Grensarchitectuur Ten tijde van de Corona Crisis

7-Eef-Veldkamp-Barricade-Collage-nr3-2020-photo-of-3D-modelpng

door Eef Veldkamp, 09-06-2020

Grensstress

Grenzen zijn vaak de eerste elementen die verstijven in tijden van crisis. Lang niet altijd omdat ze een werkelijke impact zouden hebben op de crisis zelf, maar vooral omdat het de metaforen zijn waardoor wij onze werkelijke condities denken. Tijdens een globale pandemie, is het precies het klassieke ‘politieke lichaam’ – bekend van Hobbes’ ‘oorlog van allen tegen allen’ – die in het geding is. Het denkend hoofd, de overheid, wend zich tot het lichaam waar de huid de metafoor van de grens wordt. Zowel de grens als de huid zijn politieke tekens voor ‘verdedigingswerk’, en worden dus als dien vormgegeven: met maskers, handschoenen en andere verdedigingswerken. De paradox, daarentegen, is dat deze metaforen op maatschappelijk niveau – in tegenstelling tot onze huid – fysieke aanwezigheid aangemeten moet worden. Anders blijven de grenzen van het lichaam van de staat louter bestaan als ficties op papier, zoals nagenoeg alle grenzen zijn. Vandaar, wanneer de grens belichaamd wordt, worden het gerealiseerde ficties. Het politieke lichaam kleedt zich in een metaforisch harnas. Dat gezegende te hebben, is het logisch om te veronderstellen dat grenzen uiteindelijk altijd virtueel zijn: ze zijn nooit ‘hard’, nooit ‘impenetrabel’, wat meteen een reden is om ze met buitensporige middelen te handhaven, in tegenstelling tot bijvoorbeeld natuurlijke grenzen. Een berg wanneer je deze poogt te beklimmen in harnas functioneert bovendien als een natuurlijke afremming. Het is uiteindelijk de grens die de equinox vormt van iedere virale uitbraak: omdat het virus per definitie datgene is dat de grens doorbreekt. Het is het ‘buiten’ dat ‘binnenbreekt’, ontstaan uit xenofobe fantasieën die de meeste verdedigingswerken zowel produceren als tegen beschermen. Vandaar wassen we onze handen (en onderhouden we de grens van ons lichaam), vandaar houden we afstand (en maken we gebruikt van sociale greppels), ceremoniële activiteiten die in de gerealiseerde fictie van werkelijke, zelfs reële, noodzakelijkheid zijn als beschermende middelen.

            “Er is geen tijd om na te denken over uiterlijkheden”, lijkt het huidige politieke dogma te zijn, wanneer grenzen nugebarricadeerd moeten worden. Baardjes verschijnen – binnen de etiketten het tegendeel van verzorgdheid – de anderszins kartelachtige constellatie van de Nederlandse politiek worden ook de families van nieuw bloed voorzien, in een tijd die vraagt om ‘post-partij politiek’. Naast de zomerbruin vervagen ook politiek kleuren. Corona verspreid zich door middel van mensen, mensen bewegen zich over grenzen, dan volgt het dat het COVID-19 virus zich als een lopend vuurtje over de wereld zal verspreiden als we die grenzen niet sluiten zo luidt het argument. Voor de democratie is het inderdaad tegenstrijdig genoeg de bevolking – haar o-zo dierbare ‘populus’ – wie de virussen zijn als het de verspreiding van het virus betreft. Vandaar dat er met grote haast grenzen opgetrokken worden met alles wat zich op armslengte begeeft; met alles wat veelvuldig aanwezig is in onze samenlevingen. In deze maatschappelijke Freudiaanse versprekingen tonen de pseudo ‘non-designs’ van grenzen zichzelf: het is bovendien datgene wat op het puntje van je toch ligt, wat eruit floept in nood. De beste esthetische achtergrond in deze tijd is daarom het schijnbare gebrek aan esthetiek, het niet nadenken over esthetiek is dé nieuwe esthetiek. Onlangs de esthetiek van transparantie al decennia hoogtij voert, vooral bij partijen die precies op het gebied van transparantie er met de pet naar gooien zoals banken in hun kristallen paleizen, is de esthetiek die we vandaag de dag tegenkomen in tegenstelling tot de esthetiek van transparantie alleen zichtbaar als een gebrek aan esthetiek: het is een kale esthetiek. Het esthetische argument wat neoliberale overheden al tijden voeren, maar wat nu ‘legitiem’ dreigt te worden, is dat “er geen tijd is om te denken aan zoiets overbodigs als esthetiek!”. Zoals de Nederlandse Minister van Economische zaken en Klimaatbeleid Eric Wiebes (VVD) bevestigt met zijn nieuwe mantra: ‘Veel mensen, ook wij, hebben nu andere dingen te doen’.[1] Het “andere dingen te doen hebben”-argument zegeviert ten tijde van Corona, en toont duidelijker dan welke retoriek of verkiezingscampagne dan ook wat een regering werkelijk van belang acht.    

Een van de meest recente manifestaties van dit fenomeen vond plaats toen Belgische autoriteiten iets wat onverwacht de grens met Nederland moesten sluiten op 20 maart 2020. De Belgen werden geconfronteerd met een vraag die al lang verdwenen was uit de interne logistiek van de Europese Unie: de vraag naar interne grensarchitectuur. De Belgen moesten plots op zoek naar objecten die in collage konden fungeren als nood-grens. De noodzaak was zo urgent dat er geen tijd was om na te denken over de esthetiek, wat precies de reden is dat ze er zo ontzettend ontworpen uit zien. De esthetische codering die bekend was voor de gemeentewerkers die de opdracht tot plaatsing hadden gekregen functioneerde als spiergeheugen. Er was geen tijd noch aandacht om, zoals dat normaliter wel gaat, te pogen om de overtuigingen die aan de ontwerpen ten grondslag lagen te verdoezelen met een aansprekend en hip maar desondanks dissimilerend ontwerp, zoals dat bij de esthetiek van transparantie wel gedaan wordt. Vandaar dat deze grensontwerpen ietwat ‘eerlijk’ waren over de code waaruit ze stammen, en werden ook als dien geaccepteerd. De politiek glinstert erdoorheen. Esthetische versprekinkjes. Tegelijkertijd, sinds wij ook minder bekend zijn geraakt met de interne grens, moeten we ook onze capaciteit herpakken niet alleen om ze esthetische te kunnen analyseren, maar vooral om ze politiek betekenis te geven. Een aanzet hiertoe is dan ook mijn ambitie met dit korte essay. Laten we vandaar een kijkje nemen naar de architectuur van de recente Belgische spoed-grenzen.  

12-Peter-de-Jong_AP-Grens-deels-dicht-in-NRCnl-24-03-2020-Photographpng13-MaRicMedia-Jeroen-Stuve-Containers-op-de-grensovergang-Nederlanders-komen-Belgie-niet-meer-in-via-sluiproutes-in-BNdestemnl-21-03-2020png3-Cordon-wordt-werkelijkheid-Vlaamse-sluipwegen-afgesloten-met-containers-dranghekken-en-barricades-in-Nieuwsbladbe-22-03-2020-Photo-MPHpng



Kinderkopjes en koetsen

Belgische autoriteiten moeten vast hebben bedacht dat hun spontane constructies – zoals dat telt voor iedere grens – doorgang zouden moeten belemmeren, nee, doorgang zelfs volledig zouden moeten stremmen. Om een dergelijke constructie te kunnen maken, zijn er een reeks opties beschikbaar. Terugkijkend op bekende historische voorbeelden waarbij een soortgelijke urgentie heerste – zoals bij de Commune van Parijs in 1871 – blijkt dat alles kan functioneren als grens. De opties zijn technisch onbeperkt, wat precies de reden is waarom de specifieke elementen gekozen door Belgische autoriteiten interessant zijn. Voordat we daaropin gaan, is het relevant op te noemen dat in nagenoeg iedere haastige grensconstructie een van twee basiskeuzes gemaakt worden die beiden gegrond zijn op datgene wat ze begrenzen. Grenzen zijn altijd op maat gemaakt voor datgene wat ze begrenzen, in dit geval een weg. De eerste basiskeuze is om te werken met dezelfde materialen als waar datgene wat begrensd wordt van gemaakt is. De tweede keuze is dat de grens gemaakt is van datgene wat normaliter beweegt over wat de grens inmiddels blokkeert. De horizontale beweging in het geval van de eerste optie wanneer de grens gemaakt wordt van datgene wat de grens blokkeert wordt volledig gestremd louter door het opnieuw configureren van de elementen die anders de voorwaarden zouden opmaken voor de beweging over de grens: bijvoorbeeld straatstenen. De weg wordt opnieuw geplaveid maar nu niet horizontale maar in verticale richting tot een monoliet en word zo een muur. Niets meer dan een draai van 90 graden, maak van de weg de tegenstelling van een weg. De horizontale beweging komt tot een frontale halt, onderschept door de mechanismen van vertraging verdwijnt de horizon, en ontstaat er een punt. Een einde. De horizon is bereikt, hierna is niets meer. Veel barricades in de geschiedenis gebruikten bijvoorbeeld de kinderkopjes waarmee veel van de straten toen ter tijd geplaveid waren, zo ook de straten van Parijs ten tijde van de Commune van Parijs, waar men de kinderkopjes stapelde tot barricades. Verankerd door zowel een deel van de infrastructuur te verwijderen, zowel als het verwijderde deel op zichzelf te verdubbelen. De tweede veel voorkomende strategie voor geimproviseerde grenzen die wordt ingezet, is om datgene te gebruiken dat gewoonlijk over die infrastructuur wordt vervoerd om diezelfde infrastructuur te blokkeren, zoals ook tijdens de Commune de Paris heeft plaatsgevonden door rijtuigen van hun wielen te tillen en ze zijdelings op wegen plaatsten. Deze strategie probeert dus de beweging over die horizontale structuur tot een volledig einde te brengen: het is een poging om de infrastructuur doormiddel van zichzelf te 'verstoppen', en op zichzelf te verdubbelen.

10-Bruno-Brakhais-Barricade-Voltaire-Lenoir-Commune-Paris-1871-1871-photograph-CC-Public-Domainpng13-MaRicMedia-Jeroen-Stuve-Containers-op-de-grensovergang-Nederlanders-komen-Belgie-niet-meer-in-via-sluiproutes-in-BNdestemnl-21-03-2020png

 

Container, dranghek, C01-bord

België heeft onlangs vergelijkbare geïmproviseerde grenzen geconstrueerd door het gebruik van drie basiselementen, waarvan we allemaal hun semiotiek kennen, en deze is de code van economische infrastructuur. Het eerste element is een bulkcontainer, die wordt gebruikt vanwege zijn zware connotatie en zijn forse formaat. Het mobiliseert wat anders op zijn plaats blijft, levenloos en wat alleen in bulk winstgevend wordt. Nu de beweger van het onbeweeglijke zelf onbeweeglijk is, is er helemaal geen beweging mogelijk. De schouders die het gewicht van economische goederen dragen, liggen nu op hun eigen rug. Midden op de weg, meestal schuin want dat is de enige manier waarop een vrachtwagen hem kan plaatsen, het is alsof het transport is gestopt. Nu de verplaatsing van economische goederen de menselijke beweging belemmert, onthult het ook dat het inderdaad de economische goederen zijn die boven menselijke beweging worden gewaardeerd. Ik herinner me dat ik ooit heb gehoord dat we in een tijd leven waarin goederen meer rechten hebben bij het overschrijden van grenzen dan mensen, en ik moet ermee instemmen, omdat goederen de grens zijn geworden; de goederen zijn de nieuwe douane, die doorgang bepalen. De container is e alledaagse equivalent van de gekantelde koets. Hoewel we esthetische elementen gebruiken die ‘grensachtige’ uitstraling hebben om een ​​grens aan te duiden (tegenwoordig zijn de meeste grenzen vooral onzichtbare bewakingstechnologieën), zijn het de goederen die over een grens worden vervoerd die de verplaatsing van mensen bepalen, en dus manifesteren als grens. Goederen zijn de nieuwe grenzen.

Het tweede element in de esthetische configuratie van de Belgische geïmproviseerde grens is één dranghek, die wordt gebruikt om te af te scheiden en afstand te creëren. Deze dranghekken worden, anders gezegd, gebruikt om plaats aan te duiden en te hoeden wie waar naartoe moet gaan in die plaats, en vooral in welke richting. Hoewel ze verticaal op de weg zijn uitgelijnd, bevestigen ze beweging en erkennen ze een snelheid om ergens langs te bewegen, maar wanneer het drangrek loodrecht op de weg wordt geplaatst wordt het een vangrail, en betekent het een volledige stop. Als een ‘stip’ in tegenstelling tot een ‘komma’, waarbij de tweede een snelheid impliceert en de eerste een stop. Het dranghek heeft daarentegen wel een tijdelijkheid, omdat het in feite een verplaatsbaar hekwerk is. Het bouwt zijn kracht dus op een schijnbare ondoordringbaarheid – en doet daarmee dus een beroep op je moraal – nooit op een werkelijke ondoordringbaar te zijn. Het idee van een juist bewegingsverbod, het idee dat de grens volledig kan worden gesloten, is een misvatting die president Trump in zijn grenspolitiek desondanks veelvuldig bepleit. Een grens is een moreel appel, en speelt in op schuld. Het is het effect van iets dat de status ‘illegaal’ heeft, is de sterkste grens van allemaal. Vandaar dat het dranghek meer dan genoeg is. Ondanks iedereen weet dat het een duwtje vergt om het te verplaatsen, en gezien er maar een staat dat men er bovendien gemakkelijk langs kan lopen, maakt allebei weinig uit voor de functionaliteit van de grens. Een belangrijk element dat de gemakkelijke overtreding verbiedt, is dat de onwettigheid van die handeling openbaar en expliciet moet worden aangekondigd: er komt een ceremonieel element aan te pas waarbij een activiteit gekoppeld wordt aan een straf.

Het derde en laatste element, naast de weg waarop al deze elementen zich bevinden, is een eenvoudig en vertrouwd CO1-bord dat aangeeft dat de weg in beide richtingen 'ontoegankelijk' is, wat bevestigt dat het inderdaad een barrière is die blokkeert wat anders zou functioneren een weg. Dit bord is het voortschrijdende ceremonie van verbod. Het is het teken dat de willekeurige elementen die hierboven zijn samengevat, semantisch tot een grens verpakt. Deze ronde aluminiumplaat maakt gebruik van wat alle verkeersdeelnemers kennen. Een leeg wit vlak omcirkelt door een RAL 3020 verkeersrode balk: het geeft geen uitleg, en hoewel je had kunnen zien dat de weg ontoegankelijk was, is het pas juridisch zo geworden nu het bord is geplaatst. Het is nu verboden over te steken. Soms worden deze borden ondersteund met zichthulpmiddelen, aangezien bij ieder juridisch gebod dat kennis ervan essentieel is en expliciet moet worden gemaakt zodat mensen zich eraan kunnen houden: het moet expliciet openbaar worden gemaakt, gezien de grens iedereen betreft. Anders zou niemand aansprakelijk kunnen worden gehouden. Vandaar dat deze elementen de 'aankondiging' zijn van de verandering in de situatie, de esthetiek van de staat van uitzondering die zich op de komende weg manifesteert. Zichthulp kan obstakelverlichting zijn, een knipperend geel licht op batterijen dat u waarschuwt, of liever een klasse drie retroreflecterende film die op het bord zelf is aangebracht en dat licht weerkaatst dat je zelf bijvoorbeeld uit je koplampen uitstraalt, vandaar dat wanneer je dichtbij komt, het juridisch gebod buigt alsof in je eigen koplampen kijkt, en jezelf dus het gebod oplegt. Je zegt tegen jezelf dat de weg afgesloten is.

 

9-Eef-Veldkamp-Barricade-Collage-nr5-2020-photo-of-3D-modelpng5-Eef-Veldkamp-Barricade-Collage-nr1-2020-photo-of-3D-modelpng8-Eef-Veldkamp-Barricade-Collage-nr4-2020-photo-of-3D-modelpng7-Eef-Veldkamp-Barricade-Collage-nr3-2020-photo-of-3D-modelpng5-Eef-Veldkamp-Barricade-Collage-nr1-2020-photo-of-3D-modelpng


Biografie:

Eef Veldkamp (1993) is een kunstenaar en onderzoeker aan de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten waar hij ook lesgeeft. Door middel van artistieke en filosofische onderzoeksmethoden ontwikkelt hij subversieve tekstuele interventies die de lezer uitdagen om na te denken over nieuwe realiteiten. In zijn artistieke praktijken gebruikt hij de bevindingen van zijn onderzoek naar een breed scala aan politieke onderwerpen om zogenaamde ‘contra-systemen’ te ontwikkelen, dit zijn esthetische infrastructuren die proberen in te grijpen op het weefsel van onze realiteit door zogenaamde 'kunst op batterijen' te introduceren - kunst die doet.

Figures:
1. Eef Veldkamp, Barricade Collage #2, 2020, photo of 3D model. Copyright 2020. www.eefveldkamp.nl

2.     Peter de Jong/AP, “Grens deels dicht” in NRC.nl, 24-03-2020. Photograph.

3.     MaRicMedia / Jeroen Stuve, “Containers op de grensovergang: Nederlanders komen België niet meer in via sluiproutes” in BNdestem.nl, 21-03-2020. Photograph. https://www.bndestem.nl/roosendaal/containers-op-de-grensovergang-nederlanders-komen-belgie-niet-meer-in-via-sluiproutes~a37bb96f/

4.     “‘Cordon’ wordt werkelijkheid: Vlaamse sluipwegen afgesloten met containers, dranghekken en barricades” in Nieuwsblad.be, 22-03-2020. Photo: MPH. https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20200322_04898108

5.    Bruno Brakhais, Barricade Voltaire Lenoir Commune Paris 1871, 1871, photograph. CC Public Domain.

6.    Unknown Author, Öster Aufstand - Dublin – Barrikade, 1916, Photograph, Public domain.

7.     Eef Veldkamp, Barricade Collage #2, 2020, photo of 3D model. Copyright 2020. www.eefveldkamp.nl

8.     Eef Veldkamp, Barricade Collage #3, 2020, photo of 3D model. Copyright 2020. www.eefveldkamp.nl

9.     Eef Veldkamp, Barricade Collage #4, 2020, photo of 3D model. Copyright 2020. www.eefveldkamp.nl

10.     Eef Veldkamp, Barricade Collage #5, 2020, photo of 3D model. Copyright 2020. www.eefveldkamp.nl

11.   Eef Veldkamp, Barricade Collage #5, 2020, photo of 3D model. Copyright 2020. www.eefveldkamp.nl



[1] “Kabinet stelt nieuwe klimaatplannen uit” NOS, 17-04-2020. URL: https://nos.nl/artikel/2328548-kabinet-stelt-nieuwe-klimaatplannen-uit.html